Beijtien Ebben Kooij
Beijtien Ebben Kooij,
geb. op 02-06-1697 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 02-06-1697 te Huijsen,
ovl. op 09-04-1772 te Huijsen,
begr. op 09-04-1772 te Huijsen; Impost f 15,-; Grafnr. 86,
, -
DE WEDUWE JAN PIETERSZ BOOR
Huizen Koptienden (1767-28 1772-29)
1767-28: v. Jan Pietersz Boor 8 Spt 5 kop 3/4
- v. Wed. Tijmen Rutten Timmer 6 kop 3/8
- Situatie: 9 Spt 4 kop 5/8
1772-29: bij erfeni op:
- op Andries Brummel 2 Spt 6 kop 1/2
- op Pieter Jansen Boor 3 Spt 3 kop 1/16
- op Willem Voorthuijzen 3 Spt 3 cop 1/16
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 09-04-1772: het lijk van Beijtie Kooij, f 15,-; Grafnr. 86.- Vader:
Ebbe Willemsz Kooij ( Coij), zn. van Willem Claesz Kooij ( Backer) en Lambertje Dircks ,
geb. in 1657 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1682-65,
Gereformeerde Gemeente,
OAH-II-E-180, 181, 182; 1674, 1679, 1683: 3 1 14,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683;,
ovl. op 22-02-1717 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1730-24,
begr. op 22-02-1717 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 3,
, -
EBBE WILLEMSE KOIJ / COIJ
Huizen Koptienden (1682-65 1730-24 ):
1682-65: v. VADER Willem Claesz Backer 2 Spt
t/m 1683-65: Situatie: 2 Spt
- Verkregen van onbekende 3 cop 1/2
1685-65: Situatie: 2 Spt 3 cop 1/2
1688-51: v. Peter Jansz Visser 6 cop 1/4
Situatie: 3 Spt 1 cop 3/4
1691-55: Situatie: 3 Spt 1 cop 1/4
1692-55: v. Lambert Claesz Muijs 0 cop 3/8
- Situatie: 3 Spt 1 cop 5/8
1695-55: v. Lambert Cornelisz Smit 4 cop 7/8
- v. Claes Meeuwisz 1 Spt 6 cop 7/8
- Situatie: 5 Spt 5 cop 3/8
1696-55: ER STAAT: 4 Spt 5 cop 3/8
1690-40: v. Gijsbert Jacob Dircksz 2 cop 1/4
- v. Gerrit Lambert Claesz 2 cop 1/4
- v. Lambert Willemsz Joncker 4 cop
- op Gijsbert Tijmensz Jacobsz (Schipper) 5 cop
- v. Cornelis Lambertsz Smit 2 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 3 cop 1/8
1706-40: v. Tijmen Willemsz 1 Spt 0 cop 1/4
- Situatie: 6 Spt 3 cop 3/8
1707-40: v. HendrickJacobsz Hendricksz 4 cop
- v. Claes Willemsz Koij 1 Spt 0 cop 1/8
- Situatie: 7 Spt 7 cop 1/2
1709-40: v. Gerrit Jansz de Oude 4 cop 1/2
- Situatie: 8 Spt 4 cop
1711-24: v. Claes Gijsbertsz Bout 6 cop 1/2
- Situatie: 9 Spt 2 cop 1/2
1717-24: v. Lambertje Hendricks Lustigh 4 cop
t/m 1720-24: Situatie: 9 Spt 6 cop 1/2
1721-24: ER STAAT: 9 Spt 7 cop
1722-44: v. Gerrit Hendricksz Boom 2 cop 5/8
- Situatie: 10 Spt 1 cop 5/8
1723-24: ER STAAT: 10 Spt 1 kop 3/4
- op Jacob Hendricksz Snijder 2 kop
- Situatie: 9 Spt 7 kop 3/4
1730-24: op de volgende erfgenamen:
- op Ebben Dircksz Rijn 1 Spt 1 kop 1/4
- op kinderen Isaak Willemsz Spilt 1 Spt 6 kop 1/2
- op Willem Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/2
- op Klaas Ebben Kooij de Oude 1 Spt 3 kop 3/8
- op Lambert Ebben Kooij 1 Spt 1 kop 3/4
- op Jan Pietersz Boor 1 Spt 1 kop
- op Meeuwis Ebben Kooij 1 Spt 0 cop 1/8
- op Klaas Ebben Kooij de Jonge 1 Spt 1 kop 1/4
-
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister: 17-01-1683: Belijdenis van Ebbe Willemsz Koij en huisvrouw Jannetje Claes
-
ORA-184-3173; 18-04-1684: Elbe Willemsz Koij eijsscher CONTRA de kinderen van Gerrit Rutten gedaagde i.v.m. brood
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684, -1691 en -1698: Ondereijnde van Huijsen; Ebbe Willemsz Koij en Jannetje Claes
-
ONA-3714A033; 18-12-1693: Testament Claas Ebben bejaart jonghman wonende binnen Huijsen: legateert aan:
- Ebbe Willemsen Koij en Claas Willemsz Koij, kinderen van comparants overleden halve zuster Lambertie Dircksz zaliger ieder f 6,-;
- Jacob Gijsbertsen, Harmpje, Lijsbeth en Ebbetie Gijsberts kinderen van Stijntie Dircks zijn comparants gewesen halve zuster ieder f 6,-.
- Ebbetie Tijmis nagelaten dochter van Bijtien Ebben zijn comparants hele zuster f 6,-.
- Hij benoemt voor het overige als universele erfgenamen zijn nichten genaamd Jannetie Tijmis en Tijmetien Tijmis, naargelaten kinderen van zijn voorsz overleden zuster Bijtien Ebben
In presentie van Rut Gerritsz Smit out-buijrmr. en Gerrit Pietersz Slocker
-
ORA-184-3214A029; 14-11-1694: Akte van bewijs. Alsoo Melisje Gerrits in haar leven huijsvrouw van Jacob Gijsbertsz Gleijn deser werelt is comen te overlijden, en hij een 2e huwelijk wenstten behoeve van zijn (1) kind geprocreeert bij voorn
Melisje Gerrits, is overeengekomen met Lambert Gerritsz de Vries en Ebbe Willemsz Koij als voogden: f 200,- en enige stukken land. Tevens is het voorn. kind bij loting als erfgenaam van Gerrit Gerrit Aertsz haar halve broeder diverse stukken
land toegevallen
-
ORA-184-3195A424; 01-05-1699: Ebbe Willemsz Coij verkocht aan Gijsbert Tijmensz Schipper zeker stuk bouwland groot 7 spint gelegen aan de Blaricummer wegh belent Claas Prins ten zuiden en Willem Gijsbertsz ten noorden voor f 175
-
ONA-3717A028; 19-06-1699: Verklaring Huijser vissers; Ebbe Willemsz Koij schepene tot Huijsen
-
ORA-184-3175; 01-10-1700: deel-transcriptie: Ebbe Willemsz Koij ende Dirck Cornelisz voogden over Grietje Wijcherts doghter van Lijsbet Claes in eght verweckt bij deselve Wijchert Cornelisz ende sulx eenige erffgenaem van haar gemelde moeder
ende nogh voor een vierde part mede erfgenaam van haar vader Wijchert Cornelisz in die qualiteit verweerders.
-
ORA-184-3196A045; 18-02-1701: Gijsbertje Cornelis weduwe van Wijchert Cornelisz Backer voor haarzelf en Evert Goossensz getrouwd met Dirckje Wijcherts dochter en erfgenaam van Wijchert Cornelisz Backer alsmede Ebbe Willemsz Koij en Dirck
Cornelisz d'Oude als voogden over het weeskind van Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij Lijsbet Claes, alsmede Jacob Lambertsz Smit en Jan Jansz Jonge als voogden over de nagelaten kinderen van dezelfde Wijchert Cornelisz Backer verwekt bij de
voorn Gijsbertje Claes/moet zijn Cornelis, verklaarden getransporteert te hebben aan Wijchert Jacobsz Backer een stuk grond voor f 196
-
ONA-3720A054;01-10-1705: Dirck Cornelisz de Oude, Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz de Jonge, Jan Uijttenhoven en Aart Gerritsz jegenwoordige regerend schepenen des dorps huijsen verklaarden op verzoek van Lambert Killewigh schout des voorsz dorps
ofte wel de Ed. heer en Mr. Hendrick Hooft drossaar tot Muijden ende Baljuw van Gooijlandt dat Ebbe Willemsz Koij en Aart Gerritsz dat zij ten huize van den officier Killewigh op 30 juni j.l. door Claas Jacobsz Swart Mr. Chirurgijn tot
Hilversum in 't generaal zijn gescholden en openlijck uijtgemaackt voor schelmen
-
ORA-184-3216A014; 01-12-1713: Verclaringe voor Cornelis Aertsz en Jan Jacobsz Man Schepenen des dorps Huijsen bij Ebbe Willemsz Koij, Jan Jansz Jonge, Jacob Killewigh, Dirck Cornelisz d'Oude, Jan Vergoes, Willem Gijsbertsz, Jan Gerritsz Smit
en Gerrit Jacobsz alle reders en koopluijden binnen dese dorpe.
- dog dat deselve veerschippers buijten twijffel bij mankement van scheepen, al een geruijme tijd nagelaten hebben des dingsdag herwaarts te vaeren, maer in tegendeel op den woensdag of donderdag
- Dat gemelde schippers en speciael veerschipper Arij Mechielsz in de fout gaat; beschonken
-
ONA-3728A017; 11-09-1715: Op den Eed verklaren Aart Gerritsz Koppen/Coppen Buurmr en Ebbe Willemsz Kooij regerend scheepen des Dorps Huijsen, dat zij gehoord hebben dat schout Lambert Killewig aan Jacob Lambertsz Smit heeft gevraagd of, als de
laatste niet in de kerkenraad, er al lang vrede zou zijn. Gepassert in Huijsen in presentie van Willem Cornelisz Koeman en Joost Vree
-
ONA-3730A007; 19-02-1717: Testament Ebbe Willemsz Koij/Kooij altans regerend schepen deses dorps mitsgaders Jannetje Claas egtelieden, verklaren testateurs hun 8 kinderen uijt den Huijwelijk geprocreert, met name Lammertje, Aaltje, Willem,
Claas, Lambert, Bijtje, Meeuwis en Claasien, die naast hun legitieme portie tevens elk f 500,- zullen erven, die reeds is uitgekeert bij hun huwelijk aan voorn. Lammertje, Aaltje en Willem. Alleen hun jongste soon Claas ontvangt f 300 meer.
Mochten zij komen te overlijden voor de meerderjarigheijt van hun soon Meeuwis wonende tot Amsterdam bij een Barbier om aldaar het selve ambagt te Leeren, hij tot zijn 25 in staat gesteld zal worden om dit ambagt na behoren te kunnen exerceren.
Gepasseert tot Huijsen in presentie van Gerrit Hendricksen Boom en Claas Jacobsz Jongerden
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio 204; 13-11-1721: de weduwe van Ebbe Willemsz Koij zijnde Jannetje Claes verkoopt Rottekruit
-
ONA-3731A005; 23-04-1728: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Koij wonende tot Huijsen geeft volmacht aan haar soon Claas Koij de Jonge om niet betaalde negotie en landhuren te doen innen. De eerder op 23-06-1723 aan haar ander soon genaamt
Claas Koij verleende procuratie wordt ongedaan gemaakt. Gepasseert ten huijse van ? ter presentie van Lambert Willemsz Kaijer en Aart Jacobsz Vos
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude,
tr. op 11-05-1681 te Huijsen.
- Moeder:
Jannetien Claes Meeuwissen ( Muijsen), dr. van Claes Meeuwisz Muijs en Aeltje Lamberts ,
geb. te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Belijdenis Ger. Gem. 17-01-1683,
ovl. op 23-08-1730 te Huijsen; DTB-13- Impost: f 6,-,
begr. op 27-08-1730 te Huijsen; DTB-20,
, -
ORA-184-3214A016; 06-04-1681: Huw.v.w. tussen Ebbe Willemsz geassisteert met Jacob Zijbrantsz zijn voogd ter enen, en Jannetge Claes Meuijssen geassisteert met Lambert Claes Meuijssen haar broer ter ander zijde . Door Ebbe Willemsz aangebracht
1/3 van een huis, land en voor ca. f 100, aan paarden, koeijen en bougereetschap. Jannetge Claes brengt aan land en ca. f 120,- aan koeijen.
-
-
ORA-184-3216A053; 09-11-1719: Jannetje Claes weduwe van wijlen Ebbe Willemsz Koij, Coopvrouw en Rederesse in verscheijde waeren, te kennen gevende dat sij vermits haer hoge Jaren niet present kan wesen, om hare negotie over al te aghtervolgen
en waer te nemen soo in het incopen als vercopen alsmede het invorderen van schulden en andersins als sulx wel behoort, derhalve goedgedaght hadde de behulpsame hand te nemen van haer soon Claes (Ebben) Koij
-
ONA-3731A069; 23-04-1728: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ORA-184-3178; 12-02-1733: Jannetie Claas in Leven weduwe van wijlen Ebbe Koij alhier tot Huijsen deser wereld is comen te overleijden sonder over haar minderjarige nagelaten Erfgenamen voogden te hebben gesteld. .
Soo is 't egter sulks dat op verkeerde gronden sig tot die voogdij, namentlijk over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Aaltie Ebbe Koij in huwelijk verwekt bij Isak Spilt die een dogter was van de voorn: overledene soo verre die
kinderen mede Erfgenamen sijn van gemelde haer Grootmoeder hebben begeeven Willem Koij en Lambert Koij de Oude welke in die gepretendeerde qualt met en benevens de nadere mede Erfgenamen hebben helpen maken staat en Inventaris van de
nalatenschap van de voorn: Jannetie Claas en hebben helpen schiften en scheijden . Tot voogden worden gesteld Willem Koij en Lambert Koij de Oude.
tr. op 25-03-1725 te Huijsen; Impost 10.03.172: f 6,-
met
Jan Pietersz Boor, zn. van Pieter Jansz Boor en Geertje Willems Spilt,
geb. op 20-09-1699 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 20-09-1699 te Huijsen,
ovl. op 09-06-1761 te Huijsen,
begr. op 09-06-1761 te Huijsen; Impost f 15,-; Grafnr. 86,
, -
JAN PIETERSZ BOOR
Huizen Koptienden (1729-31 1767-28):
1729-31: v. Gerrit Anxsen 1 Spt 4 kop 1/2
1730-31: v. Fijtus Elbertsz Smit 1 Spt 1/2
- v. Ebbe Willemsz Koij 1 Spt 1 kop
t/m 1737-31: Situatie: 3 Spt 6 kop
1739-19: v. Evert (Cornelisz ?) Bouman 2 kop
- Situatie: 4 Spt
1740-31: v. Lambert (Ebben) Kooij 1 Spt 1 kop 1/2
- v. Hendrick Goossensz Neth 2 kop 1/8
- v. Willem Cornelis Cornelisz Rebel 6 kop 1/4
1741-31 t/m 1644-31: Situatie: 6 Spt 1 kop 7/8
- Verkregen van onbekende 1 kop 5/8
1745-31 t/m 1748-31: Situatie: 6 Spt 3 kop 1/2
- Verkregen van onbekende 4 cop 1/2
1749-31: Situatie: 7 Spt
- Verkregen van onbekende 6 kop 1/2
1750-31: Situatie: 7 Spt 6 kop 1/2
1753-28: v. Dirk Gerrits Hartog 3 cop
- Situatie: 8 Spt 1 cop 1/2
1754-28: v. Claas Peet = Claes Pietersz Schram 3 cop
- Situatie: 8 Spt 4 cop 1/2
1755-28:v. Jacob/ Gijsbertje Elbertsz Corn: Vos 1 kop 1/4
t/m 1765-28: Situatie: 8 Spt 5 kop 3/4
1767-28: op Wed. Jan Pietersz Boor 8 Spt 5 kop 3/4
-
LAMBERT EBBE KOOIJ EN JAN PITERSE BOOR
Huizen Koptienden (1727-36 1770-31):
1726-36: v. Weeskinders v. Piter Jansz Boor 1 Spt 1 kop
- op Lambert Elberse Kooij
1727-36: Situatie: 1 Spt 1 kop
1729-36: te noemen:
- Lambert Ebbe Kooij EN Jan Piterse Boor
1767-31: Lambert Ebbe Kooij EN
- WEDUWE Jan Pietersz Boor
1770-31: op Jan Louis van Ninwegen 1 Spt 1 kop
-
ORA-184-3215A043; 20-03-1709: Testament van Pieter Jansz Boor, eertijds wednr. van Geertje Willems, en zijn vrouw Lijsbeth Elberts, benoemt tot erfgenamen zijn voor-kinderen Jan Pietersz Boor en Neeltje Pieters Boor verwekt bij zijn 1e vrouw
Geertje Willems, (f 250/kind)
Tot voogden aangesteld Lucas Swart en Gijsbert Tijmensz
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 10-03-1725: Jan Pietersz Boor met Bijtje Ebbe Koij van ider 3 Gl comt f 6,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 10-03-1725: Ondertrouw; 25-03-1725: Jan Pitersz Boor j.m. met Bijtje Ebben Kooi j.d. beijde van Huijsen
-
ONA-3731A069; 17-05-1730: Jannetje Claas weduwe en boedelhoudster van wijlen Ebbe Koij met ende benevens haar zonen Lambert Koij en Claas Ebbe Koij de Jonge wonende binnen Huijsen, ter voorkoming van problemen na haar overlijden, tussen haar
kinderen en erfgenamen, zijn overeengekomen:
Eerstelijk haar zoon Lambert Koij die bewarende seecker huijs enz
Haar jongste soon Claas Ebbe Koij de Jonge, na reparatie, het huijs binnen Huijsen dat Jannetje Claas thans zelf bewoont. Na overlijden van zijn moeder brengt hij in de gemene boedel een bedrag in van f 850,- . Er zijn nog meer kinderen
(broeders en susters) en kindskinderen
Alle 't welke ook mede aan Willem (Ebbe) Koij en Lambert Ebbe Koij in qualt als voogden over de kinderen van Aaltje Ebbe Koij, verwekt bij IJsak Willemsz Spilt, mitsgaders aan Ebbe Dircksz als getrouwt hebbende Lambertje (Ebbe) Koij, aan Willem
(Ebbe) Koij, en Claas (Ebbe) Koij alsmede aan Jan Pietersz Boor getrouwt sijnde met Bijtje (Ebbe) Koij, en laastelijk aan Meeuwis (Ebbe) Koij, die alle hier mede compareerden. Gepasseert ten huijse van Jannetje Claas in presentie van Lambert
Willemsz Kaijer en Pieter Cornelisz Koeman
-
ONA-3731A082; 26-01-1731: IJsak Willemsz Spilt, Jan Pietersz Boor en Cornelis (Lambertsz) Prins alle eigenaars of huurders van de drie grutterijen binnen den dorpe Huijsen en aldaar woonagtig. Item Roel Pandelaar Grutter tot Laren. Bosje
Lambertsz laast weduwe van Steffen Elbertsz exerceerende de Grutterij tot Blaricum stellen gezamenlijk een contract over de aankoop en prijs van de boekweijt en meel
-
ONA-184-3178; 11-09-1739: Gruttersordonnantie. sijn voor Hendrik van Weerland schout, mitsgaders Willem Rebel, Meeuwis Koij, Jan Schram en Pieter van Voorthuijsen schepenen in Huijsen gecompareert alle de Grutters binnen Huijsen en Jurisdictie
van dien namentlijk Jan Pieters Boor, Cornelis Prins en Jacob Jacobsz Glijn ider exercerende een Grutterij binnen dese dorpe aan welke op huijden voorgelesen is het 10 artikel van de oude sijnde het 11 artikel van de Nieuwe ordonnantie beijde
op 't Gemaal ge-emanneert als mede de resolutie van haar ed: Groot Mog: van de 21 julij deses jaars 1739 en hebben Grutters de eed conform het voorz 10 art: van de oude en 11 art: van de Nieuwe ord: op huijden gepresent. en afgelegt.
-
ONA-184-3179; 16-09-1740a: De 3 grutters Jacob Glijn en Jan Pietersz Boor mitsgaders Cornelis Prins (mennist) hebben ter requisitie van Jan ter Dam impostmeester van het Gemaal van de lopende termijn over Goiland de eed gepresteert volgens het
formulier staande beschreven in de resolutie van haar Ed. Groot Mog van dato den 3 December 1739 namentlijk; van het middel van het Gemaal directelijk of indirectelijk niet sullen frauderen of door de haren te doen frauderen
-
ONA-184-3179; 26-01-1742: Tot voogden over de 2 minderj. kinderen genaamt Ariaantje en Gijsbert van Bijtje Jacobs in huw. verwekt door Willem Arisz Rebel, werden gestelt Jan Pietersz Boor en Claas Koij de Jonge
-
ONA-184-3219; 28-09-1745: Jan Lambertsz Prins (ruijm 78 Jaren) en Marritje Gerrits (seecker 69 Jaaren) beijde wonende binnen dese dorpe dat sij al in hunne jonge tijd gesien en gekent hebben een schaapschot hebbende gestaan agter Sijtjesberg
ten suijdwesten van desen dorpe, ten eijnde van de Neng of bouland aldaar, op de Goijsche heijde ofte op de rand van dien, kort aan de Neng of boulands aldaer, hebbende toebehooren aan Gerrit Pietersz Slocker en Jan Pietersz Slocker, de laaste
de naam of van hebbende aangenomen van Boor beijde van Huijsen, wesende de eerstgenoemde de vader en de twede de oom geweest van de twede getuijgen in desen, dat het selve schaapsschot 't geen een steene voet hadde enz.
Dat hen lieden onbetwist is wanneer het gesegte schot van ouds genaamt Jan Boor sijn schot aldaar getimmert is geworden maar dat sij van gevoele sijn dat het vervallen & weggeraakt is een weijnig voor, of kort na den Jaar 1700 (?)
D.w.z. Jan Pietersz Slocker = Jan Pietersz Boor
-
ONA-184-3179; 26-04-1748: Tot voogden over Maria Cruijning en Arent Cruijning nagelaten minderjarige kinderen van Gerritje (er staat Gerrit) Willems Boor werden gestelt Jan Pietersz Boor en Tijmen Rutten Timmer (niet genoemde vader is: Klaas
Ariensz / Arissen Kruijning)
-
ONA-184-3179; 30-03-1753: Tot voogden over 't kind van Maria Kreuning/Kruijning, de personen van Meeuwis Kooij en Tijmen Claasz de Weert
- Over 't minderjarig nagelaten kind van Claas Kreuning/Kruijning, genaamt Arij Claasz Kreuning/Kruijning, werden tot voogden geteld Jan Pietersz Boor en Tijmen Rutten Timmer
-
Huizen-DTB-7-Grafboek; 09-06-1761: Jan Pietersz Boor: f 15,-; Grafnr. 86
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 09-06-1761: Jan Pieters Boor: f 15,-.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Geertje | *1725 | Huijsen | †1808 | Huizen; 82 jaren | 82 | 2 | 2 |
2 | Pieter | *1728 | Huizen | †1783 | Huizen; getroffen door eener donderslag; | 55 | 2 | 6 |
3 | Ebbe | *1730 | Huijsen | | Huijsen; < 1731 | | 0 | 0 |
4 | Ebbe | *1731 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
5 | Jannetje | *1733 | Huijsen | †1803 | Huizen | 69 | 1 | 10 |
>